Zijn liefde zocht mij teder
1. Zijn liefde zocht mij teeder,
Hij riep mij dag en nacht;
Hij vond en trok mij weder
Uit ’s duivels zondemacht.
Hij legde m’ op Zijn schouders neer,
En bracht mij tot de kudde weer.
Refrein:
Ja, Zijn liefde zocht mij,
En Zijn bloed, dat kocht mij;
Door genade ben ’k een kind van God,
Door genade ben ’k een kind van God.
2. Hij reinigde mijn wonden,
Hij stilde al mijn pijn,
Zoodat nu al mijn zonden
Door Hem gewasschen zijn.
’k Heb vreed’ en blijdschap in mijn hart,
Want Jezus droeg voor mij de smart.
3. Om voor mijn schuld te boeten,
Verdroeg Hij smaad en hoon,
Verwond aan hand en voeten,
Op ’t hoofd een doornenkroon.
En Hij, Die mij het leven gaf,
Droeg ook voor mij der zonde straf.
4. Nu is Hij weer verrezen
En zit aan ’s Vaders zij;
Zijn Naam zij lofgeprezen,
Daar bidt Hij thans voor mij;
Van waar nog steeds de kracht van ’t bloed
Mij voor des Satans macht behoedt.