Eén naam is onze hope
Eén naam is onze hope,
één grond heeft Christus’ kerk,
zij rust in énen dope
en is zijn scheppingswerk.
Om haar als bruid te werven
kwam Hij ten hemel af.
Hij was ‘t, die door zijn sterven
aan haar het leven gaf.
Vergaard uit alle streken
in heel de wereld één,
werd dit haar zalig teken,
dat allen is gemeen.
Eén bede vouwt de handen,
één zegen breekt het brood,
één vuurbaak staat te branden
in ‘t duister van de dood.
In haar drie-een’ge Here,
nog in haar aardse strijd,
blijft zij met hen verkeren,
wien ruste werd bereid.
Geef dat in uw genade,
o God, ook eenmaal wij
langs uwe lichte paden
gaan tot der zaal’gen rei!