Zachtkens en teder roept Jezus de Zijnen
1.Zachtkens en teder roept Jezus de Zijnen,
dringend weerklinkt Zijne stem:
“Zondaars, o komt toch en wordt nu de Mijne”.
Ga nu gelovig tot Hem!
Refr.
Keert weer, keert weer, zondaars
keert weer tot uw Heer!
Zachtkens en teder roept Jezus de Zijnen.
Zondaars, o hoort Hem, keert weer!
2.Jaren reeds staat Hij en klopt aan uw harte,
laat toch niet langer Hem staan;
weet, dat uw weig’ring de Heiland zal smarten,
laat toch de Heer binnengaan.
3.Snel vliegt de tijd ook der zaligheid henen,
alles op aarde vergaat!
Blijf niet de satan uw oor langer lenen,
straks is ‘t voor eeuwig te laat.